Chemin de Stevenson
In de voetsporen van een Schotse schrijver
Robert Louis Stevenson maakt in 1878 een ezeltocht in Frankrijk. Daarbij tekent de Schotse avonturier zijn tocht op in een van de eerste moderne reisverhalen. Treed in zijn voetsporen op de Chemin de Stevenson oftewel de GR70.
Afstand: | 252 km |
Duur: | 12 dagen |
Beginpunt: | Le Monastier-sur-Gazeille (een alternatief beginpunt is Le Puy-en-Velay; trek in dit geval een extra dag uit) |
Eindpunt: | Saint-Jean-du-Gard (een alternatief eindpunt is Alès; trek in dit geval een extra dag uit) |
Categorie: | langeafstandswandeling, bergwandeling |
Robert Louis Stevenson is bij ons misschien wel het bekendst van Treasure Island. Maar naast deze avonturenroman is hij ook de auteur van Travels with a Donkey in the Cevennes, uitgekomen in 1879. Dit reisverhaal gaat over zijn twaalfdaagse tocht met ezel Modestine, van Le Monastier-sur-Gazeille in de Velay naar Saint-Jean-du-Gard in de Cevennen.
Stevenson maakt de ezeltocht om zijn zinnen te verzetten. Kort voordat hij naar Le Monastier afreist, is zijn (op dat moment nog) onbereikbare Amerikaanse geliefde Fanny namelijk teruggereisd naar de Verenigde Staten. Hij is daardoor in een mineurstemming, en wat is een betere manier om de lucht op te klaren dan om op pad te gaan in de natuur?
Daarbij zijn de uitdagingen onderweg voor Stevenson een welkome afleiding. Want, zoals hij treffend schrijft: ‘als het heden zo veeleisend is, wie kan zich dan vervelen met de toekomst?’ Hij doet daarbij een vurig pleidooi om stappen te zetten buiten wat we tegenwoordig onze comfortzone noemen. Hij verwoordt dit treffend in zijn reisverhaal:
‘Wat mij betreft, reis ik niet om ergens heen te gaan, maar om te gaan: ik reis voor het reizen zelf. Het grote ding is om te bewegen: om de behoeften en haperingen van ons leven iets dichterbij te voelen, om uit dit verenbed van beschaving te stappen en te ontdekken dat de wereld onder je voeten van graniet is en bezaaid met snijdende vuurstenen.’
(eigen vertaling van Travels with a Donkey in the Cevennes, idem voor de overige citaten)
Standbeeld van Stevenson, tegenover de apotheek van Le Monastier. Die is gebouwd op de plek waar de herberg stond die de schrijver ontving, voorafgaand aan zijn ezeltocht.
Uitvinder van de slaapzak?
Het bijzondere van Stevenson is zijn enorme nieuwsgierigheid. Zo geeft hij er blijk van dat hij zich goed (heeft) verdiept in de plekken die hij aandoet. Ook stelt hij zich onderweg open voor de mensen die hij ontmoet. In dat opzicht toont hij zich – in een tijd waarin de wereld van de gemiddelde Europeaan een stuk kleiner was – een echte kosmopolitische reiziger.
Interessant zijn verder Stevensons schilderachtige beschrijvingen van de landschappen onderweg. Daarbij heeft hij ook oog voor veranderingen: ‘Een jaar of twee verder en dit zou een andere wereld kunnen zijn’, schrijft hij bijvoorbeeld over de aanleg van een spoorweg. Gelukkig doen veel plekken tegenwoordig nog steeds denken aan de beschrijvingen in zijn reisverhaal.
Stevenson is ten slotte een van de eerste moderne kampeerders. En daarbij blijkt hij uiterst vindingrijk, want buitensportwinkels met kant-en-klare kampeerspullen bestaan in 1878 natuurlijk nog niet. Zo laat hij voor ’tachtig frank en twee glazen bier’ een slaapzak maken van waterdichte stof en schapenwol; volgens sommigen maakt dat hem de uitvinder ervan.
Chemin de Stevenson (GR70)
Vandaag de dag kun je op de Chemin de Stevenson, ook bekend als GR70, in de voetsporen treden van de Schotse avonturier. Met zijn reisverhaal in de hand kun je een interessante vergelijking maken tussen toen en nu. Wat denken we nu over Stevensons opvattingen? Wat is hetzelfde gebleven sinds hij door deze contreien trok? En wat is sindsdien veranderd? Het is een leuke en leerzame ervaring!
Het langeafstandswandelpad volgt in grote lijnen de route van Stevenson en zijn ezel. Die ging grotendeels uit van de eeuwenoude paden voor de transhumance, de seizoensgebonden veetrek tussen hoger gelegen weiden en lager gelegen dalen. Doordat het pad als GR70 onderdeel is van het wandelnetwerk Grande Randonnée, kun je rekenen op goed gemarkeerde en onderhouden paden.
Het aantrekkelijke van de Chemin de Stevenson is de variatie die je tegenkomt tijdens de 252 km lange wandeling. Je wandelt namelijk door heel verschillende Franse streken. Zo begin je in de vochtige Velay, blootgesteld aan de Atlantische Oceaan. Maar na de waterscheiding van de Mont Lozère kom je in de drogere Cevennen, qua klimaat beïnvloed door de Middellandse Zee.
Inhoud
Beschrijving van de wandelroute
Wat kun je onderweg zoal verwachten? Lees mijn beschrijving aan de hand van de vier streken waar je doorheen wandelt, ingeleid door citaten uit Stevensons reisverhaal:
Velay
‘Zo ver als het oog reikt, zwelt de ene heuveltop aan om achter de andere te verdwijnen. En als je een top beklimt, dan zie je daarachter alleen maar nieuwe en verder gelegen heuvelruggen. Veel kleine rivieren stromen van alle kanten in klifachtige valleien. (…) Het terrein is eerder wild en glooiend dan imponerend, eerder een hoogvlakte dan een berggebied (…)’
De Chemin de Stevenson kun je beginnen in Le Puy-en-Velay, de belangrijkste stad van de streek. Als ‘pelgrimshoofdstad van Frankrijk’ is dit mede het beginpunt van de Chemin du Puy, een populaire Franse route op de Camino de Santiago. Het is zeker de moeite waard om hier een paar dagen te verblijven en de stad te leren kennen, met zijn mooie kathedraal en kapel van Saint-Michel d’Aiguilhe.
Vanaf hier legt Stevenson de eerste etappe naar Le Monastier af in een diligence. Dat doet hij via ‘een steile weg waar de wolven in de winter soms de postkoets achtervolgen’. Voor wandelaars is dit een stevige klim. Daarbij krijg je voortdurend vergezichten over de soms kegelvormige bergtoppen in de omgeving, zoals de Mont Mézenc. De Velay heeft dan ook een vulkanisch karakter.
Vulkanisch is ook het kratermeer Lac du Bouchet, waarnaar je een uitstapje kunt maken vanaf Le Bouchet-Saint-Nicolas, een landelijk dorpje. Een ander dorpje waar je doorheen wandelt, is Pradelles. Dit wordt gerekend tot een van de mooiste van Frankrijk. De ligging, gedrapeerd op de rug van een heuvel, is in elk geval prachtig. De soms erg smalle straatjes lijken in eeuwen niet veranderd te zijn.
Gévaudan
‘Bij de tegenovergelegen oever van de Allier bleef het land kilometers lang stijgen naar de horizon, een geelbruin en vaal herfstlandschap met zwarte klodders van sparrenhout en witte wegen die door de heuvels slingeren. Boven dit alles wierpen de wolken een monotone, paarsachtige schaduw, wat de hoogte en afstand leek te versterken (…)’
Bij de wat grotere plaats Langogne begint de Gévaudan. Deze streek is de naamgever van het beruchte Beest van Gévaudan. Dit maakte hier in de achttiende eeuw talloze slachtoffers. Was het een wolf of een ander dier? Wanneer Stevenson meer dan een eeuw later door het gebied wandelt, spreken de verhalen in ieder geval tot zijn verbeelding.
In de Gévaudan wandel je door uitgestrekte bossen en boerenland. Meer nog dan in de Velay ervaar je hier de rust en de stilte van de natuur. Daarbij zijn de belangrijkste bewoonde plekken waar je doorheen wandelt heerlijk stille gehuchtjes als Le Cheylard-l’Évêque en Luc, dat ondanks zijn kleine schaal een indrukwekkende kasteelruïne heeft.
Midden in dit verstilde landschap ligt het trappistenklooster van Notre-Dame-des-Neiges. Als Stevenson hier verblijft, vraagt hij zich af hoe de monniken hun ‘plechtige en sombere isolatie’ kunnen verdragen. De abdij heeft in ieder geval nog steeds een actieve gemeenschap en als gast kun je hier overnachten om te proeven van de stilte.
Mont Lozère
‘Het pad dat ik in de avond had gevolgd, liep al snel dood en bij een klim over kale heide ging ik verder door een rij stenen pilaren te volgen (…) Een veelheid van vogeltjes bleef op mijn pad voorbijvliegen en kwetteren; ze streken neer op de stenen pilaren, ze pikten en paradeerden over de heide en ik zag ze in zwermen door de lucht cirkelen en van tijd tot tijd tussen de zon en mij hun doorschijnende vleugels tonen.’
De Mont Lozère is letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt van de Chemin de Stevenson. Als je alleen een gedeelte kunt of wilt lopen, dan is het zeker de moeite waard om een paar etappes rond deze berg te plannen. Stevenson genoot hier volop toen hij op een flank van de Mont Lozère de nacht doorbracht sous les belles étoiles (onder de blote sterrenhemel). Zijn beschrijving daarvan is erg mooi:
‘De nacht is een dode, eentonige periode onder een dak, maar onder de blote hemel gaat hij lichtjes voorbij, met zijn sterren en dauw en aangename geuren, en de uren worden gemarkeerd door veranderingen in het gezicht van de Natuur. Wat een soort van tijdelijke dood lijkt voor mensen die worden verstikt tussen muren en gordijnen, is alleen maar een lichte en levende sluimer voor degene die in het veld slaapt. De hele nacht kan hij de Natuur diep en vrij horen ademen; zelfs als zij haar rust neemt, draait ze zich om en lacht ze; en er is een ontroerend uur, onbekend bij degenen die verblijven in huizen, wanneer er een wekkende kracht over het slapende halfrond gaat en de hele wereld buiten op haar voeten staat.’
Na het passeren van een skistation wandel je hier over een kale berg die in de zomer niet alleen grasgroen kleurt, maar door de heide- en bosbessenstruiken ook helder paars en dieprood; het is net een vrolijk schilderij. Daarbij kom je ook langs de rij stenen pilaren waar Stevenson over schrijft. Mogelijk zijn ze ooit neergezet om bij slecht zicht wandelaars over de bergpas te leiden.
Boven op de berg bereik je de Sommet de Finiels, met 1699 meter het hoogste punt van de wijde omgeving. Hiervandaan kun je genieten van een prachtig uitzicht over de Gévaudan achter je en de Cevennen voor je. Met een beetje geluk kun je van opzij zelfs verder kijken, tot aan de besneeuwde toppen van de Alpen, en volgens sommigen zelfs tot aan de Mont Blanc.
Cevennen
‘Hoewel het hoog tijd werd, was het vrij onverwacht toen eindelijk mijn ogen boven de top uitkwamen. (…) Ik nam bezit (…) van een nieuwe ruimte van de wereld. (…) Want werp – in plaats van de ruige heidewal die ik zo lang heb beklommen – een blik op de heiige lucht van de hemel en een land van wijdvertakte, blauwe heuvels onder mijn voeten.’
De titel van Stevensons reisverhaal noemt alleen de Cevennen, hoewel hij ook door heel andere streken liep. Dit toont wellicht zijn bijzondere interesse voor deze streek, die hem misschien wel het meest herinnerde aan zijn eigen Schotland. Zo gaat hij uitgebreid in op de geschiedenis van de Camisards, protestanten die na de herroeping van het Edict van Nantes werden onderdrukt. Ze kwamen in opstand en hielden moedig stand.
Een belangrijke rol in deze geschiedenis speelt Le Pont-de-Montvert, aan de voet van de Lozère. Dit aangename en nu vreedzame dorpje ligt aan de Tarn. Dit is een rivier die in de omgeving prachtige kloven heeft uitgesleten en waarin sinds een aantal jaar bevers weer hun thuis hebben. Het is, net als het verderop gelegen Florac, een ideale plek voor één of meer rustdagen als je de Chemin de Stevenson helemaal loopt.
Hierna wandel je verder door een van de dunst bevolkte gebieden van Frankrijk, met de ‘blauwe heuvels’ waar Stevenson over schrijft. Ze maken deel uit van het Nationaal Park van de Cevennen en herbergen een grote rijkdom aan soorten. Uiteindelijk bereik je bij Saint-Jean-du-Gard weer een grotere plaats. Stevenson nam hier afscheid van Modestine. Als afsluiting kun je hierna eventueel een extra etappe lopen naar Alès.
Wandeltips
Bereid je goed voor
De Chemin de Stevenson vraagt om een goede voorbereiding. Je komt door een van de dunst bevolkte gebieden van Frankrijk, waardoor de voorzieningen onderweg beperkt zijn. Ik merkte bij mijn eigen voorbereiding dat de weinige accommodaties snel vol zitten, maar campings bieden soms wel een uitwijkmogelijkheid. Ook loop je nogal eens lange stukken zonder winkeltjes, waardoor je vooraf proviand moet inslaan of maaltijden (inclusief lunchpakketjes) via je accommodatie moet regelen. Houd er verder rekening mee dat je niet overal telefoonbereik hebt.
Stel je eigen picknick samen
Heerlijk als je onderweg bent: op een mooi plekje in de schaduw picknicken, oftewel pique-niquer op zijn Frans. In de kleine winkeltjes onderweg koop je dan de lunch in. Ik vraag daarbij altijd expliciet naar de lokale lekkernijen (produits du terroir). De omgeving van Le Puy-en-Velay staat bekend om de voedzame lentilles vertes (groene linzen) en de frisse thé verveine (citroenverbenathee). Uit dit deel van Frankrijk komt verder de smakelijke koemelkse kaas Saint-Nectaire. Verder kun je een klein, pittig geitenkaasje tegenkomen met de naam chèvreton.
Geniet van de gastvrijheid in de gîtes
Onderweg heb je de keuze uit diverse accommodaties. Ik koos voor een mix van campings en gîtes. Af en toe is het namelijk ook wel fijn om wat comfort te hebben en daarbij te genieten van de plaatselijke gastvrijheid. Zo bieden de meeste gîtes een diner, klaargemaakt door de eigenaars en geserveerd aan een lange tafel, met plaatselijke kazen, wijnen en andere lekkernijen. Het is een perfecte gelegenheid om je Frans te oefenen en wat te leren over Frankrijk. Soms komt er zelfs een gitaar tevoorschijn en is het tijd om samen chansons te zingen!
Zorg voor een mooie afsluiting
Na een lange wandeling vraag je jezelf soms af: wat nu? Dat gevoel had ik in ieder geval toen ik aankwam in Saint-Jean-du-Gard. Ik besloot om de etappe naar Alès niet te lopen, omdat die volgens andere wandelaars niet bijzonder mooi zou zijn in vergelijking met de rest van de Chemin de Stevenson. Ik maakte daarom nog een spectaculaire rit in de stoomtrein van Saint-Jean-du-Gard naar Anduze, een stadje dat bekendstaat om zijn prachtige vazen. Maak daarbij zeker ook een stop bij de Bambouseraie, een adembenemend mooie botanische tuin.
Wandel eventueel met een ezel
Ezels zijn intelligente en sociale dieren. Met een gezonde en goed verzorgde ezel heb je een prima wandelgenoot om het pad mee te delen.
De meeste wandelaars lopen de Chemin de Stevenson zonder een ezel. Mocht je toch met een ezel op pad willen, dan kun je dat doen met een gehuurde ezel. Zoals je kunt lezen in mijn beschrijving van een eerdere ezelwandeling, is dat een bijzondere ervaring. Dit vraagt wel om enige voorbereiding, waar een ezelverhuurder je bij kan helpen. Op de website van de Chemin de Stevenson vind je informatie over de plaatselijke ezelwandelmogelijkheden, inclusief goede verhuuradressen. Soms bieden deze ook begeleide ezelwandelingen aan.
Mijn ervaringen
Tijdens lange wandelingen komt het, net als in het leven, nogal eens neer op moed en doorzettingsvermogen. Dat betekent dat je je angsten en zorgen onder ogen ziet en toch blijft gaan, ondanks alle ingebeelde beren (of wolven) op de weg. Zo schrijft Stevenson dat de inwoners van Le Monastier hem voorafgaand aan zijn avontuur onder meer kou, wolven en rovers in het vooruitzicht stelden. Nog meer dan nu waren dat in zijn tijd geen irreële gevaren. Toch gaat hij op pad met Modestine.
De moed om op pad te gaan ontbreekt bij mij niet vaak. Maar bij de Chemin de Stevenson accepteerde ik natuurlijk een mogelijke extra uitdaging door met een ezel te gaan wandelen. Eerder maakte ik al een goed verlopen ezelwandeling in de Vaucluse, alleen ging het toen om een veel kortere afstand. Hoe zou het nu gaan? Zou het doorzettingsvermogen van mij en mijn (vierbenige) wandelgenoot op de proef worden gesteld? Dat is de vraag als ik met ezel Anatole vertrek uit Le Monastier.
In het begin loopt alles op rolletjes. En als we een riviertje moeten oversteken – buiten de comfortzone van veel ezels, zo ook van Anatole – helpt het als ik het goede voorbeeld geef door eerst een been in het water te steken. Maar tegen de helft van de Chemin de Stevenson krijgt Anatole steeds meer oog voor het groene gras langs het pad. En als we de Mont Lozère beklimmen, kuieren we de berg op, zo langzaam dat we pas tegen het donker bij onze accommodatie aankomen, net onder de top.
Hoe zouden we in dat tempo ooit de tweede helft kunnen lopen? Ik zag ons al tot diep in de nacht door het bos banjeren … Dan herinner ik me opeens een houten bordje dat ik langs het pad tegenkwam, met de tekst: ‘La détermination ne fait elle pas partie de la réussite? “Si”’ (‘Het doorzettingsvermogen, maakt het geen deel uit van het succes? “Ja[, dat maakt het wel.]”’ Door de ontkennende formulering moet je er misschien even op kauwen, maar de boodschap is des te duidelijker.
Anatole en ik nemen vervolgens onze rust in Le Pont-de-Montvert, waar ik Bretonse vrienden tref die ik eerder langs het pad heb ontmoet. Een van hen heeft Anatole en mij vastgelegd op prachtige aquarels. Als we ’s avonds in een restaurant zitten, leg ik mijn zorgen op tafel. Maar terwijl ik ze uitspreek, besluit ik ook om niet op te geven en erop te vertrouwen dat Anatole en ik de eindstreep halen. Dat blijkt een goede stap als Anatole kort daarna met frisse moed weer naast me loopt, alsof er niets gebeurd is.
De daaropvolgende dagen lopen we in de schaduw van op zijn minst honderd jaar oude kastanjes, wellicht dezelfde als die waarover Stevenson schrijft. Langs het pad smullen we van de bramen; Anatole van de bladeren en ik van de vele rijpe vruchtjes. Als we in Cassagnas aankomen bij de gîte, wacht een verrassing. De uitbaatster overhandigt me een nieuwe aquarel van Anatole, met de bemoedigende woorden van de Bretonse vriend die ons vooruit is gesneld: ‘Bon courage Frank, je project zit er bijna op. Bravo!’
En ja, we arriveren in Saint-Jean-du-Gard, waar de ezelverhuurder op Anatole wacht. Dankbaar en moe kijk ik terug op een wandeling van bijna twee weken, met mooie ontmoetingen en een ezel als leraar. Anatole kuiert met enige tegenzin de trailer in die hem terugbrengt naar zijn vertrouwde stal. Tegelijkertijd weet ik – en hij misschien ook – dat er nieuwe avonturen aan de horizon wachten. Zo zou ik bijna een jaar later in het verlengde hiervan een bezoek brengen aan Bretagne, maar dat is voor een volgende keer.
Gelopen in 2019
Kaarten, wandelgidsen en reisboeken
Le Chemin de Stevenson
Deze wandeling vind je in de Franstalige wandelgids Le Chemin de Stevenson. Hierin vind je een heldere routebeschrijving en kaarten van het Franse geografische instituut IGN met een schaal van 1:50.000. De extra etappes aan het begin en het eind zijn ook opgenomen. De wandelgids is in de boekhandel slecht verkrijgbaar, maar wel te bestellen via de Franse organisatie FFRandonnée.
Op stap met een ezel
De Fransman Jacques Clouteau heeft met zijn ezel Ferdinand door heel Europa gewandeld. Zijn ervaring is gebundeld in het boek Op stap met een ezel. Dit zeer complete naslagwerk behandelt zo’n beetje alle aspecten van een ezelwandeling, waaronder de voorbereiding, de verzorging van je ezel en de benodigde uitrusting. Het boek is in de boekhandel slecht verkrijgbaar, maar wel te bestellen via de Franse uitgever.
Travels with a Donkey in the Cevennes
In Travels with a Donkey in the Cevennes laat Robert Louis Stevenson zijn verbondenheid met Frankrijk spreken. Door een tijdgenoot werd hij niet voor niets omschreven als ‘een Fransman geboren op de verkeerde plek’. Stevensons beschrijvingen van de landschappen en ontmoetingen onderweg spreken boekdelen. Het boek zal iedereen aanspreken die een zwak heeft voor Frankrijk en graag reist, al dan niet vanuit de leunstoel.